Deze 21 woorden moeten we vaker schrappen

Ik ben fan van Dennis Rijnvis, journalist voor De Volkskrant, Quest, Psychologie Magazine en Nu.nl. En schrijver van psychologische thriller Savelsbos. Daarom een bijdrage van zijn hand die ik graag ter harte neem. Jij ook?

Schrijven is schrappen: let op overbodige woorden

Ik heb meer kleine woordverslavingen die soms opeens op komen zetten. Een paar maanden geleden kreeg ik bijvoorbeeld dit commentaar van een redacteur bij het inleveren van een artikel over een bizar wetenschappelijk onderzoek naar de geur van de dood. ‘Leuk stuk. Eén kleine aanmerking. Qua stijl: het woord ‘heel’ kun je altijd schrappen in mijn ervaring.’ Toen ik het artikel nalas bleek ik in  zes zinnen (het stuk was vier pagina’s lang) het bijwoord ‘heel’ te hebben gebruikt. En inderdaad: ik kon het probleemloos overal schrappen.

Ik denk dat het voor iedere schrijver goed is om na te denken over zijn eigen woordverslavingen. Hieronder bespreek ik 21 overbodige woorden. Ik – en met mij iedereen – zou deze woorden vaker moeten schrappen uit teksten. Zoek ze op met de zoekfunctie in Word en verwijder ze als het even kan: je tekst wordt gegarandeerd beter.

Terwijl, Toen
Deze woorden zijn vaak overbodig, maar o zo verleidelijk, vooral in reportages waarin je handelingen beschrijft. Laat ze zo veel mogelijk achterwege dan lopen je zinnen altijd beter.

Niet: terwijl we achterin in de auto stappen, steekt de politieagent achter het stuur een sigaret op.

Wel: we stappen in de auto. De agent achter het stuur steekt een sigaret op.

Dus
Eén van die eerder besproken signaalwoorden die vaak overbodig zijn. ‘Dus’ geeft een oorzaak – gevolg aan die in een goede tekst al duidelijk wordt uit de zinsopbouw. Nogmaals: schrijven is schrappen!

Ik ben ziek, dus ik blijf thuis.
Ik ben ziek, ik blijf thuis.

Heel
Het woord dat achter dit bijwoord staat, zegt in zijn eentje genoeg. Als je ‘heel’ weglaat, wordt een zin krachtiger. Als je dit woord in je teksten leest, is het goed om weer even aan het ‘schrijven is schrappen’-principe te denken.

De vrouw was heel slim.
De vrouw was slim.

Namelijk
Namelijk wordt vaak gebruikt om iets nog eens extra te benadrukken. Dat komt belerend en wijsneuzerig over. Dit woord is net als ‘heel’ en ‘dus’ altijd overbodig.

Maar
Je geeft er een tegenstelling mee aan en trekt daardoor de aandacht van de lezer. Verleidelijk om dit woord ook te gebruiken als er van zo’n tegenstelling helemaal geen sprake is, zoals in mijn Tsjernobyl-artikel.

Ik schreef bijvoorbeeld:

We moeten op een stralingsmeter gaan staan, die controleert of er radioactieve deeltjes op ons lichaam zitten. Ik kijk naar het stof op mijn armen en mouwen. Maar het alarm van het apparaat gaat niet af.

Het woord ‘maar’ heeft totaal geen functie. En dus geldt hier wederom: schrijven is schrappen. De onderstaande zin leest vlotter en is mooier.

We moeten op een stralingsmeter gaan staan, die controleert of er radioactieve deeltjes op ons lichaam zitten. Ik kijk naar het stof op mijn handen en mouwen. Het alarm van het apparaat gaat niet af.

Toch
Ook deze scoort hoog op de lijst van overbodige woorden. Hetzelfde gevaar als ‘maar’. Als het woord geen duidelijke kentering in je verhaal aangeeft, laat het dan achterwege.

Vaak, Soms, Meestal
Met dit soort woorden dek je jezelf in (je schrijft niet dat iets zo is, maar schrijft dat iets vaak/soms zo is, zodat niemand je bewering kan bestrijden) en daardoor wordt een tekst minder sterk. Neem de onderstaande zin.

De Vikingen speelden ’s avonds vaak een primitief schaakspel. Het werd gespeeld op een bord van 7 bij 7 velden.

De Vikingen speelden ’s avonds een primitief schaakspel. Het werd gespeeld op een bord van 7 bij 7 velden.

(Je lezer kan zelf wel bedenken dat de Vikingen ook wel eens een avond vroeg naar bed gingen)

Uiteindelijk
Als je met dit woord moet aankondigen dat het einde van een zin, alinea of artikel nadert, heb je je verhaal niet goed opgebouwd.

Eigenlijk

Een garantie voor onzeker taalgebruik. Tenzij jij je dit wilt uitstralen met een zin (bijvoorbeeld in een dialoog, in een citaat van een onzeker iemand), kun je eigenlijk altijd schrappen.

Jan zou eigenlijk niet in zijn neus moeten pulken.

Waarom niet gewoon:

Jan zou niet in zijn neus moeten pulken.

Feitelijk

Nog een overbodige toevoeging waarmee je een zin zelden sterker maakt, het heeft iets overbodigs en betweterigs.

Dat is feitelijk onjuist.

Dat is onjuist.   

Zullen, kunnen, moeten, worden, mogen, willen, gaan

Achter hulpwerkwoorden kun je je goed verschuilen. Maar ze maken zinnen nodeloos omslachtig.

Helaas hebben wij onze secretaresse Anja moeten ontslaan. Wij zullen haar gaan missen. We betreuren het dat de samenwerking niet langer heeft mogen duren.  

Dat kan korter, en eerlijker.

Helaas hebben wij onze secretaresse Anja ontslagen. Wij gaan haar missen. We betreuren het dat de samenwerking niet langer heeft geduurd.  

Kortom

Dit is misschien wel mijn grootste verslavingswoord. Ik gebruik ‘kortom’ te pas en te onpas – zoek maar eens in Google op ‘Schrijfvis’ en ‘kortom’.

Het is verleidelijk om kortom te gebruiken, omdat je daarna je boodschap kunt herhalen en iets bouder kunt formuleren. Maar dat wordt snel een trucje. Mijn goede voornemen: ‘kortom’ vaker schrappen.

Auteur: Dennis Rijnvis, wetenschapsjournalist

Dennis-Rijnvis